Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.

Programmering en productie
In 2019 stijgen de begrote lasten per saldo met 0,68 miljoen euro ten opzichte van 2018. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende posten:

• Een structurele toename van 1,34 miljoen euro vanaf 2019 door de toekenning van loon en prijscompensatie.
• Een toename van 0,1 miljoen euro door toekenning van budget voor een nieuw te bouwen depot voor de gemeentelijke kunstcollectie. Bij de Voorjaarsnota is besloten de om in de jaren 2018, 2019 en 2020 respectievelijk 0,4 miljoen euro, 0,5 miljoen euro en 0,6 miljoen euro toe te kennen voor een nieuw te bouwen depot. De toename van 0,1 miljoen euro betreft de groei van het budget, van 0,4 naar 0,5 miljoen, van 2018 naar 2019.
• Een afname van 0,67 miljoen euro door een onttrekking uit het budget van de nieuw te bouwen culturele voorziening in Leidsche Rijn, in combinatie met een toename van 0,23 miljoen ter correctie op de jaarschijf 2017. In het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Iedereen’ is besloten om de incidentele onderbesteding op het Leidsche Rijn budget in 2019 en 2020 breed in te zetten voor ambities op cultuur en in het fysieke domein. In 2018 is incidenteel 0,23 miljoen euro uit het budget onttrokken om de overbesteding van het Leidsche Rijn budget in 2017 te compenseren. Zie ook toelichting ‘mutaties reserves’. Vanaf 2019 maakt dit budget weer onderdeel uit van de begrote lasten.
• Een afname van 0,2 miljoen euro door verrekening van de subsidiesuppletie aan het Centraal Museum. Bij de verzelfstandiging van het Centraal Museum in 2013 is aan het Centraal Museum een subsidiesuppletie verstrekt van 2,82 miljoen euro. Deze subsidiesuppletie wordt vanaf 2019 in gelijke termijnbedragen van 0,2 miljoen euro in 14 jaar verrekend.
• Een toename van 0,1 miljoen euro voor investeringen in cultuur; in het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Iedereen’ is besloten om in 2019, 2020, 2021 en 2022 respectievelijk 0,1 miljoen euro, 0,07 miljoen euro, 0,07 miljoen euro en 0,17 miljoen euro toe te kennen waarmee een start is gemaakt om het cultuurbudget mee te laten groeien met de groei van de stad.

In 2021 nemen de begrote lasten per saldo met 0,44 miljoen euro af ten opzichte van 2020. De afname wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende posten:

• Het wegvallen van het toegekende budget voor het nieuw te bouwen depot van 0,6 miljoen euro. Zie ook punt 2 in de bovenstaande toelichting op het verloop in de jaren 2018 en 2019.
• Het wegvallen van het incidentele programmageld voor TivoliVredenburg van 0,4 miljoen euro. Bij de Voorjaarsnota 2016 is besloten om TivoliVredenburg in de periode 2017-2020 jaarlijks 0,4 miljoen euro extra toe te kennen voor o.a. het artistieke programma. In de bij de Voorjaarsnota 2016 overgenomen motie 127 is besloten om bij aanvang van de nieuwe cultuurnotaperiode 2021-2024 het totale subsidiekader in een brede, integrale afweging te toetsen aan de cultuurpolitieke ambities.
• Een toename in het budget voor de nieuw te bouwen culturele voorziening in Leidsche Rijn van 0,55 miljoen euro. In 2021 is het budget voor de culturele voorziening weer op peil nadat in 2020 incidenteel 0,55 miljoen was onttrokken in het kader van het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Iedereen’. Zie ook punt 5 bij de toelichting op het verloop van de begrote lasten in de jaren 2018-2019.

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
In 2019 wordt 0,23 miljoen euro minder gedoteerd aan reserves dan in 2018. Dit verloop wordt veroorzaakt doordat er in 2018 incidenteel 0,23 miljoen euro is gedoteerd in de algemene dekkingsreserve. Met deze dotatie is het tekort op het budget van de culturele voorziening in Leidsche Rijn in 2017 gedekt. Zie ook punt 3 bij toelichting op het verloop van de begrote lasten in de jaren 2018-2019.

Verbonden Partijen

Niet van toepassing.