Utrecht maakt onderdeel uit van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) , waarvoor een wettelijke uitvoeringsplicht geldt. Het NSL bestond uit een pakket landelijke, regionale en lokale maatregelen om aan de gestelde grenswaarden te voldoen: fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) waaraan respectievelijk met ingang van 2011 en 2015 aan de grenswaarden moest worden voldaan. Het NSL is inmiddels juridisch verlengd tot aan de invoering van de Omgevingswet. Deze verlenging zorgt ervoor dat toetsing aan het NSL langer mogelijk en noodzakelijk is voor de onderbouwing van projecten.
Door onze inspanningen (Actieplannen lucht, Gezonde Lucht voor Utrecht, herprogrammering luchtmaatregelen 2015), tezamen met de regionale en landelijke maatregelen slagen we er in om vrijwel overal in Utrecht in 2016 te voldoen aan de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide (op één overschrijdingslocatie voor stikstofdioxide na). Voor de laatste overschrijdingslocatie voor Stikstofdioxide (Graadt van Roggenweg) nemen we aanvullende maatregelen, zoals een gedragscampagne.
Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het van belang om verdere maatregelen te nemen. Het aantal blootgestelden aan luchtverontreiniging door het verkeer neemt in de loop van de jaren weliswaar langzaam af, maar gezondheidsschade treedt nog steeds op.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft advieswaarden geformuleerd voor fijn stof en stikstofdioxide die – in het geval van fijn stof - lager zijn dan de huidige Europese grenswaarden. Bij het halen van deze WHO-advieswaarden zijn de nadelige gezondheidseffecten significant lager.
Terugdringing van de (verkeers)emissies blijft daarom een belangrijke pijler van het luchtbeleid van de gemeente Utrecht. De gemeenteraad onderschrijft dit in Motie (2015/M78) door het ondersteunen van het streven naar het voldoen aan de WHO normen, door jaarlijks de luchtkwaliteit verder te verbeteren. In grote delen van de stad wordt de WHO-advieswaarde voor fijn stof nog overschreden. Door de economische ontwikkelingen (en de daarmee gepaard gaande emissies) zal de fijn stof concentratie de komende jaren naar verwachting licht toenemen.
Wat willen we bereiken?
Minimaal voldoen aan de wettelijke EU-normen voor fijn stof en stikstofdioxide. Streven naar een verlaging van de concentraties voor fijn stof
Effect-indicatoren
Nul- | Reali- | Doel- | Doel- | Doel- | Doel- | Details | |||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Jaargemiddelde concentratie fijnstof (PM10). Wettelijke norm: 40 µg/m³ | 2011 | max. 22,4 µg/m³ | max. 23 µg/m3 | max. 22 μg/m³ | max. 22 μg/m³ | max. 21 μg/m³ | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Aantal overschrijdingsdagen fijnstof (PM10). Wettelijke norm: maximaal 35 dagen overschrijding van daggemiddelde van 50 µg/m³ | 2011 | max. 11 dagen | max.11 dagen | max. 11 dagen | max.10 dagen | max.10 dagen | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2). Wettelijke norm: 40 µg/m³ | 2011 | max. 39,9 µg/³ | max. 40 µg/ m3e | max. 39 µg/³ | max. 38 µg/³ | max. 37 µg/³ | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Aantal overschrijdingen stikstofdioxide (NO2). Wettelijke norm: max. 18 keer overschrijding van uurgemiddelde van 200 µg/m³ | 2011 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
WHO advieswaarden fijnstof PM10 en PM2,5 realiseren | 2015 | niet gerealiseerd max. 22,4 cq 13,3 µg/m3 berekend | Voortzetting dalende trend | Dalende trend | Dalende trend | Dalende trend | |||||||||||||||||||||||||
|